Vandaag was het afscheid van Frank.
Afscheid nemen is niet mijn ding maar als ik iets kan wensen dan wens ik zo'n afscheid als dit als mijn tijd is gekomen.
Een afscheid zo vol liefde, respect, samenhorigheid, zoveel mensen, zoveel bloemen, een afscheid met een gouden randje.
Een afscheid van iemand die ik nooit gekend heb vóór zijn hersenbloeding.
Ik heb Frank alleen maar gekend met zijn beperking. Vrienden spraken van een man die moeilijk was te leren kennen en dan hadden ze het vooral over de Frank hoe die eerst was want ik vond Frank juist een man die ik naar mijn gevoel juist heel snel heb leren kennen.
Met sommige mensen heb je meteen iets als je ze leert kennen en dat had ik ook met hem.
Ik leerde hem pas echt kennen toen Els ziek was en ik daar tot mijn grote frustratie pas een paar dagen later achter kwam (want Els is de vrouw er niet naar om meteen aan te kloppen voor hulp).
Ik vond het vreemd dat ik haar al een paar dagen niet gezien had, niet bij ons aan de deur voor een babbeltje , niet al lopende naar de bakker aan de overkant....geen Els. Dus ging ik maar eens aanbellen, een doodzieke Els kwam naar de deur gestrompeld. Ik kreeg de sleutel en liep dus meerdere keren per dag naar binnen voor een kop koffie (met gebak) of ander eten/drinken te brengen naar Frank vooral, want Els die was zo ziek, die kon geen eten zien.
Ik heb toen een week lang een soort van Hints gespeeld met Frank want praten kon hij niet op een paar woorden na. Ik kende hem ook niet goed genoeg om te weten wat hij bedoelde maar zo hebben wij elkaar wel leren kennen. Ik vroeg wat, hij antwoordde of probeerde het en was vaak gefrustreerd dat het woord er niet uit kwam wat ie bedoelde en zo raadde ik een beetje en dan na een keer of 4-5 kwamen we er meestal wel uit, als ik het goed had zwaaide hij blij met zijn arm en zei dan JA . En zo leerde ik deze man dus kennen. Wat was hij gefrustreerd dat ie niets kon doen voor zijn Els, je kon de machteloosheid en frustratie in zijn ogen zien.
Ik heb die arme man volgestopt met gebak de hele week blij als ik was dat ik toch iets voor hem kon doen. Aan het einde van de week zwaaide hij elke keer blij naar me als ik binnen viel.
Ik weet nog heel goed dat ik steeds maar dacht wat is het toch een lieve man en dit thuis ook steeds maar herhaalde tegen G wat een schat deze man was...
Later als ik vaker met de hond ging wandelen in het donker dan kon ik Els en Frank zien zitten binnen en dan zag ik twee mensen die zo veel genegenheid voor elkaar hadden dat ik er soms gewoon heel erg door ontroerd werd. Els zat vaak opgewekt te kletsen met Frank en hij keek met zijn lieve lach naar haar en knikte dan. Soms zag ik ze echt lachen met zijn tweetjes.
Ja, die twee dat was/is liefde en dat Frank niet kon praten deed niets af aan hun liefde voor elkaar of hun samenzijn, ze begrepen elkaar en zoals het gedicht zegt, zijn ogen zeiden alles.
Vaak heb ik daar stiekem naar hun staan kijken met de hond, ontroerd.
Ik denk dat Frank het wel gezien heeft vandaag hoeveel mensen er voor hem waren, hoe liefdevol zijn zoon over hem sprak, hoe prachtig en sterk Els het gedicht voorlas, hoe mooi zijn schoondochter het Ave Maria zong en hoe zijn dochter recht uit haar hart een gedicht had gemaakt, eucalyptus zal me voortaan altijd aan Frank doen herinneren. MOOI zou hij gezegd hebben en dat was het ook MOOI.
Een afscheid met een gouden randje voor een heel bijzondere man.